Het is twee weken geleden dat de Cape Epic ten einde kwam. 522 van de 620 gestarte teams hebben de finish bereikt. Op enkele uitzonderingen na was het een harde strijd voor iedereen. Maar niet alleen de chauffeurs hadden het zwaar te verduren, ook voor het materiaal was het niet bepaald een vakantiereis. Zowel mijn broer Sebastian als ik hebben alleen al op de tweede trap twee nieuwe sets remblokken volledig opgebruikt met veel modder en onze geveerde vorken wachten sindsdien op een grondige interieurreiniging. Ook de eerder bijna geheel vernieuwde aandrijflijn zit erop en alle lagers lopen stroef. Dat komt vooral door het fijne zand, dat vooral als het nat is overal komt.
Al met al hebben we dit jaar verrassend weinig zon gehad voor Zuid-Afrikaanse begrippen. Maar dat was helemaal niet erg. 40 graden Celsius zonder enige schaduw is op de lange termijn zeker niet prettig. De nu en dan afgewisselde rivierovergangen zouden veel aangenamer zijn geweest. Maar het wordt pas echt leuk als je niet meer door de rivier kunt rijden, maar je fiets op je schouder moet dragen en hopen dat je niet vast komt te zitten in het volgende modderpoel. Gelukkig hadden de organisatoren de route zo gewetensvol mogelijk gekozen en waren gevaarlijke plekken goed aangegeven. Slechts een paar kniediepe geulen veroorzaakt door de hevige regen kwamen als een verrassing, en op de laatste dag was er een langere verplichte schuifpassage op grote, ronde stenen - geen gemakkelijke opgave dankzij de regen.
Verrassend genoeg bleven we de hele race gespaard van grote mankementen. We hoefden maar twee keer van de fiets te stappen om lucht te pompen. De banden met een extra lekbeschermingslaag plus veel melk hebben hier hun vruchten afgeworpen. Af en toe had ik problemen met mijn kleine kettingblad. Sinds de derde dag is de ketting vrij vaak vastgelopen. Op de laatste etappe moest ik alles met het grote kettingblad rijden. Steile hellingen opstappen met een frequentie van vijftig is helaas niet leuk voor mij. Maar uiteindelijk is het ons gelukt. Vooral omdat we het, in tegenstelling tot veel andere teams, vrij gemakkelijk hadden. We hebben nooit langer dan zes uur op de motor gezeten en terwijl we douchten, aten en sliepen, vochten de teams erachter nog steeds om de tijdslimiet. Ik kan me niet voorstellen dat ik elke dag acht tot elf uur op de fiets zit. Respect voor al diegenen die deze beproeving toch hebben doorstaan. Ik moet vooral mijn broer bedanken, die de hele race op me heeft gewacht, aan me heeft getrokken en me heeft gemotiveerd. Aan de finish van de laatste etappe was ik heel blij dat de marteling eindelijk voorbij was. Ik was behoorlijk uitgeput en moe. Toch was het een goede ervaring om je grenzen te testen.
Daarnaast is het altijd interessant om andere culturen te leren kennen. In Zuid-Afrika lopen de klokken iets anders dan hier. In de twee dagen die we na Cape Epic nog hadden voor onze terugvlucht, hebben we Kaap de Goede Hoop bezocht en de Tafelberg beklommen. Er gaat ook een trein omhoog, maar het steile pad nemen was een betere en veel bewogenre beslissing.
Ik ben nu alweer anderhalve week terug in Duitsland. Gelukkig is het hier ook mooi weer. Inmiddels ben ik redelijk hersteld en gisteren was de tweede wegwedstrijd van het seizoen.