Voor het eerst in de geschiedenis van de UCI, de wereldwielerbond, is de nieuw opgerichte Professional Cycling Council (PCC) de afgelopen dagen bijeengekomen om hervormingen te bespreken. Onder leiding van David Lappartient besloot de commissie in Montreux tot ingrijpende veranderingen.
Er moet dus komend seizoen een tweedelige WorldTour komen. In de toekomst zou de teamsterkte slechts 22 coureurs moeten bedragen, waarbij elk team ook een juniorenteam moet onderhouden met maximaal tien coureurs.
De indeling van de WorldTour wordt geregeld in twee reeksen met verschillende wedstrijddagen. De topreeks omvat zestien teams, de onderste acht. De racedagen van beide series werden ook genoemd. De 16 teams moeten dus in totaal 120 racedagen aan de start staan, de acht overgebleven teams krijgen slechts 50 racedagen. De 120 racedagen omvatten de bekende klassiekers, de grote rondes en andere lopende WorldTour-tochten.
Na een testfase van twee jaar staat de verplichte implementatie van de hervormingen gepland voor 2017. De commissie ziet echter geen veranderingen voor teams in de vorige ProConti- en Continental-rangen.
De UCI beslist over toelating tot de hogere divisie van de WorldTour. Naast de sportieve, financiële en ethische argumenten moeten ook ondersteuningsprogramma's en bijscholingsmaatregelen voor coureurs en medewerkers van de teams in de beslissing worden betrokken. Vooralsnog kunnen tien teams deze test ondergaan als onderdeel van de eerste testfase. Eind volgend jaar wordt de herziening verplicht voor alle WorldTour-teams.
Licenties worden de komende twee jaar uitgedeeld aan de 16 beste WorldTour-teams. Daarnaast krijgen twee andere teams de kans om een overeenkomstige licentie te verwerven. Net als in het verleden zal hiervoor het puntensysteem voor de ploegrenners doorslaggevend zijn.